Het Vlaams gelijkekansenbeleid is een relatief jong beleidsdomein. Het wordt sinds 1995 – niet in onbelangrijke mate onder stimulans van de vierde VN wereldvrouwenconferentie te Peking dat jaar – formeel erkend als Vlaamse beleidsbevoegdheid met een eigen begroting, beleidsnota en actieplanning. Vanaf 2019 wordt de aanpak voor beleidsplanning samen genomen met de bevoegdheid integratie en inburgering.
Op federaal vlak bestond er voor 1995 reeds een gelijkekansenbeleid. Minister Miet Smet was er bevoegd voor tewerkstelling en gelijke kansen. Gelijke kansen werd in die periode heel sterk vereenzelvigd met personeels- en tewerkstellingsbeleid.
Op Vlaams niveau werd in 1991 de Dienst Emancipatiezaken opgericht. Die ressorteerde onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister voor Ambtenarenzaken. De Dienst Emancipatiezaken, nu de Dienst Diversiteitsbeleid richt zich immers tot het personeel van de Vlaamse overheid.
Terwijl de Vlaamse overheid dus vóór 1995 enkel een gelijkekansenbeleid voerde naar het eigen personeel, werd er in 1995 met de installatie van een Vlaamse minister van Gelijke Kansen en met de oprichting van het team Gelijke Kansen in Vlaanderen werk gemaakt van een gelijkekansenbeleid gericht naar de burger.
Vanaf 1995 was het gelijkekansenbeleid een nieuwe materie en werden enerzijds de inhouden en anderzijds de vormen uitgebouwd. Zo werden de fundamenten gelegd waarop in de periode daarna met een aantal duidelijke accenten en kerntaken kon worden verder gewerkt.
De dienst is momenteel verantwoordelijk voor het beleid dat gevoerd wordt met betrekking tot de thema's gendergelijkheid, LGBT+, Handicap en Toegankelijkheid.