Navigatie
U bent hier : Het beleid  >  Non-discriminatiebeleid

Non-discriminatiebeleid

1. OORSPRONG

Het principe van gelijke behandeling (of non-discriminatie) is een van de grondslagen van onze democratische samenleving. Niettemin worden veel mensen nog vaak geconfronteerd met discriminatie omwille van hun herkomst, handicap, leeftijd, geslacht of een ander beschermd kenmerk. Net daarom wordt naast een proactief gelijkekansenbeleid ook een non-discriminatiebeleid uitgewerkt. Het decreet gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid schept het kader voor beide beleidslijnen.

Het Vlaamse antidiscriminatiebeleid is mede tot ontwikkeling gekomen onder Europese invloed: 4 belangrijke Europese richtlijnen werden omgezet in het decreet.
Het kaderdecreet gaat in zijn toepassing ruimer dan wat door Europa wordt opgelegd, in de zin dat:

  • de lijst van beschermde kenmerken ruimer is;
  • het toepassingsgebied alle Vlaamse bevoegdheden omvat;
  • het onafhankelijk orgaan ook rechtsbescherming en rechtshandhaving in haar takenpakket omvat en;
  • een netwerk van lokale meldpunten discriminatie werd opgericht dat later werd ondergebracht bij Unia

Beschermde kenmerken (art 16§3): geslacht, genderidentiteit, genderexpressie, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming.

Toepassingsgebied (art 20): arbeid, beroep, beroepsopleiding, arbeidsproces, promotiekansen, arbeidsvoorwaarden, goederen en diensten, gezondheidszorg, onderwijs, sociale voordelen en toegang tot en deelname aan economische, sociale, culturele of politieke activiteit die buiten de privésfeer worden aangeboden.

Het decreet geeft daarmee ook uitvoering aan de relevante verdragen die op mondiaal niveau de strijd tegen discriminatie aangaan, zoals het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discrimininatie van vrouwen, het verdrag inzake de rechten van kinderen en het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Het Vlaams discriminatiebeleid is complementair aan het gelijkekansenbeleid. Het gaat er immers niet om enkel repressief op te treden, er moet eveneens een beleid bestaan dat gericht is op preventie en dat een tolerante samenleving wil creëren waar iedereen volwaardig en gelijkwaardig aan kan deelnemen.

 

 

2. GELIJKHEIDSORGANEN

Naast een stevig juridisch kader biedt het Vlaamse anti-discriminatiebeleid  een kader van bestrijding van discriminatie via de samenwerking met de onafhankelijke gelijkheidsorganen, waar slachtoffers van discriminatie terecht kunnen voor een laagdrempelige, krachtdadige en kwaliteitsvolle behandeling van hun klachten.

Unia is als interfederaal gelijkheidsorgaan laagdrempelig (online en telefonisch) en regionaal georganiseerd.

De gegevens van de regionale contactpunten vindt u op: http://unia.be/nl/contact-opnemen-met-unia/regionale contactpunten

Unia is bevoegd voor de beschermde kenmerken leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, afkomst of nationale of etnische afstamming.Ze verlenen bijstand aan slachtoffers en kunnen bemiddelen tussen partijen opdat het discriminerende gedrag wordt stopgezet. Deze bijstand kan ook louter het verlenen van informatie zijn. Indien nodig kan Unia gerechtelijke stappen zetten. Naast klachtenbehandeling verzorgt Unia ook preventieve en sensibiliserende acties en worden onderzoeken mbt discriminatie uitgevoerd.

Slachtoffers van discriminatie op basis van geslacht (waaronder ook zwangerschap), genderidentiteit en genderexpressie kunnen een klacht indienen bij de genderkamer bij de Vlaamse Ombudsdienst. De Vlaamse Ombudsdienst registreert de klacht, informeert, streeft naar verzoening tussen partijen en kan - indien nodig en mits toestemming van het slachtoffer - in rechte optreden.

De Vlaamse Ombudsdienst kan enkel optreden met betrekking tot Vlaamse bevoegdheden. Slachtoffers van genderdiscriminatie m.b.t. federale bevoegdheden (vb. ontslagrecht) kunnen terecht bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Lees meer :