In het Vlaamse gelijkekansenbeleid wordt sinds 2005 gewerkt met de open coördinatiemethode (OCM) voor het realiseren van een transversale verankering, of het integreren van een gelijkekansenperspectief in elk Vlaams bevoegdheidsdomein. De toepassing van de OCM in het Vlaams gelijkekansenbeleid werd decretaal verankerd in 2008 via het Vlaams Gelijkekansendecreet.
De OCM werd reeds eerder ingezet in het kader van de uitbouw van een Europees sociaal en economisch beleid. De werkwijze wordt beschouwd als een manier om de beleidsafstemming in de Europese Unie te vergroten en om ‘best practices’ te verspreiden. In de schoot van het Vlaamse gelijkekansenbeleid werd onderzocht hoe deze methode kon vertaald worden naar een Vlaamse beleidscontext met het oog op de uitbouw van een transversaal gelijkekansenbeleid. Dit onderzoek leidde tot een voorstel van aanpak dat in 2005 aan de Vlaamse Regering werd voorgelegd. Die keurde deze aanpak goed en engageerde zich om aan het OCM-proces deel te nemen.
Een belangrijke rol in het hele OCM-proces wordt vervuld door de ambtelijke Commissie Gelijke Kansen. Deze werd opgericht in 2006 en komt gemiddeld 5 maal per jaar samen. . . De leden zijn vertegenwoordigers uit alle Vlaamse beleidsdomeinen. In de schoot van de commissie worden zowel actieplannen opgesteld, de voortgang opgevolgd als de evaluatie uitgevoerd. Ook wordt er veel aandacht besteed aan expertise-ontwikkeling. Gelijke Kansen zit de commissie voor.
Het realiseren van een Vlaams gelijkekansenbeleid is dus niet enkel een opdracht voor de 'titelvoerende' Vlaamse minister. Elke minister in de Vlaamse Regering draagt hiervoor verantwoordelijkheid, net als voor het optimaal organiseren van het OCM-proces in het eigen beleidsdomein en voor de realisatie van de actieplannen die vanuit haar of zijn bevoegdheidsdomein zijn ingediend.
De OCM draagt het woord 'open' in haar naam. Dit slaat niet enkel op de beoogde transparantie van het proces, maar ook op het feit dat alle relevante actoren erin betrokken worden: niet enkel Vlaamse overheidsdiensten, maar ook sociale partners, het middenveld en onderzoekers.
De eerste OCM-cyclus ging in 2006 van start met de bepaling van een doelstellingenkader door de Vlaamse Regering. Dat werd door de ambtelijke Commissie Gelijke Kansen vervolgens omgezet in twee reeksen actieplannen. De eerste reeks actieplannen had als looptijd 2006-2007, de tweede had als looptijd 2008-2009. In 2010 ging een tweede OCM-cyclus van start, tot eind 2014 en in 2015 startte de derde cyclus die tot 2019 liep.
In de eerste ‘OCM-cyclus’ (2005-2009) is vooral gefocust op het opstarten van het OCM-proces, met name het opzetten van de nodige structuren en het creëren van dynamiek, motivatie en draagvlak bij alle betrokken actoren. In de tweede ‘OCM-cylus’ (2010-2014) was het de bedoeling om in te zetten op inhoudelijke verdieping en op een groeiende maatschappelijke impact. Het vastleggen van een optimaal doelstellingenkader, gekoppeld aan meetbare indicatoren waren hierbij een eerste stap, gevolgd door twee reeksen actieplannen. Voor de derde cyclus (2015-2019) stelde de Vlaamse regering 4 strategische doelstellingen centraal voor het horizontale Gelijkekansenbeleid:1. Het realiseren van integrale toegankelijkheid; 2. Een inclusieve samenleving voor personen met een handicap; 3. Het realiseren van een genderklik; 4. Het bestrijden en voorkomen van discriminatie.
Met de toepassing van de open coördinatiemethode voor de uitbouw van een transversaal gelijkekansenbeleid, worden drie doelstellingen nagestreefd:
- het proces moet leiden tot een verhoogde aandacht voor het implementeren van een gelijkekansenperspectief in het beleid van de Vlaamse overheid; dus tot meer initiatieven en een grotere maatschappelijke impact
- via de geïntegreerde actieplannen en verslagfiches wordt de zichtbaarheid vergroot van wat er binnen de Vlaamse overheid gebeurt aan gelijkekansenbevorderende initiatieven, en dit ten behoeve van alle stakeholders en geïnteresseerden
- het proces moet ook leiden tot meer beleidsafstemming