In 1979 werd binnen het Directoraat-Generaal Mensenrechten het Comité voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (CDEG) opgericht. Dit intergouvernementeel orgaan dat rechtstreeks van het Ministercomité afhangt, formuleert voorstellen in verband met gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Tot de actiedomeinen van het Comité behoren de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen in vrouwen in de besluitvorming, de strijd tegen de mensenhandel en seksuele uitbuiting en geweld tegen vrouwen.
Het Comité verrichtte baanbrekend werk inzake gendermainstreaming en maakte een heel aantal aanbevelingen over uiteenlopende thema’s. Deze aanbevelingen hebben geen bindende rechtskracht zoals het EVRM, maar hebben niettemin een zeer grote morele waarde.
Enkele relevante documenten:
Eind 2011 werd in het kader van de hervormingen van de Raad van Europa CDEG opgeheven als apart comité en vervangen door de Gender Equality Commission (GEC). Deze commissie bestaat niet uit vertegenwoordigers van alle lidstaten van de Raad van Europa, maar uit 16 experten en werkt onder het toezicht van het CDDH (Comité Directeur Droits de l’homme). De link met de nationale overheden wordt vanaf 1 januari 2012 gelegd via nationale focal points.
In april 2011 nam het Comité van Ministers van de Raad van Europa een belangrijk verdrag aan: Convention on preventing and combating violence against women and domestic violence. Het is het eerste bindende instrument dat een duidelijk kader schept voor de strijd tegen geweld op vrouwen, bescherming van de slachtoffers en bestraffing van de daders. Het staat stil bij o.m. gedwongen huwelijken, genitale verminking, stalking, fysiek, psychologisch en seksueel geweld. Het verdrag werd opengesteld voor ondertekening in Istanbul op 11 mei 2011. België ondertekende het verdrag in september 2012 en ratificeerde in maart 2016.
Lees meer